Gedicht: ziekenhuis
in het ziekenhuis vanmorgen stapte een oude man langzaam de wachtkamer binnen zijn lijf dun en versleten, mistflarden in het hoofd voorzichtig nam hij plaats op een plastic stoel
een vrouw van zijn leeftijd sluit een deur herkenning, een gesprek hij staat, luistert wankelend op dunne benen in een vale, wijde broek
ze praat zachtjes en huilt plots als ze fluistert ik hou het maar amper vol zo
de eenzaamheid van tranen om de eenzaamheid van leven
zo staan ze daar, op anderhalve meter ieder even machteloos in stilte verzonken
als ze voortschrijdt neemt de oude man zijn plastic stoel trillende handen vol niets
een naam weerklinkt tweemaal schudt hem langzaam wakker uit oude dromen zijn blik is mistig als zijn haar, zijn geheugen het verleden
sterke, opgestroopte mouwen leiden een deur sluit.
Jeroen Kraakman @ 31 Aug 2020
|