Gedicht: Ik zag tien beren
Ik zag tien beren letters smeren Oh, het was een wonder Met dikke kwasten en fijne penselen Kliederden zij alles onder
Onder luid gebrul en gegrom Schreven zij hun gedicht Over schier eeuwigdurende duisternis En schitterend nieuw licht
Ze smeten de klodders Met hun grove klauwen Leken haast achteloos Iets schitterends te bouwen
Tevredenheid straalde van hun snuit Terwijl ik stond te lezen En dit wonder, zo zag ik Zou immer ongeprezen
Waarover de beren schreven Zal altijd een geheim blijven Want grote bruine beren Kunnen niet bepaald netjes schrijven.
- Dit gedicht is recentelijk verschenen in de Poemtata poëziebundel 2018: 'Ik zag tien beren letters smeren'. Deze poëziebundel verscheen naar aanleiding van de dichtwedstrijd van deze organisatie.
Jeroen Kraakman @ 19 Jul 2018
|