kleine fictie: van je 'vrienden'..
'Mijn vrienden vierden verjaardagen zonder mij. Toen ik een bange, verwarde puber was, zat ik in zo'n dorpsvoetbalteam. Waar de spitsen de grootste bek hadden en de coach de vader van de spits was. Ik voetbalde graag, kon het ook best aardig, maar vond de sfeer in dat team verschrikkelijk. Het was puberaal machogedoe.'
'Maar ik was ergens onderdeel van en wilde, net als ieder mens, ergens bij horen. Dus dronk ik ook veel, hing ik na de trainingen rond in de kantine zonder iets te zeggen, want ik had geen idee wat en haakte ik aan bij de feestjes zoveel als ik kon. Wat niet veel was, want ik werd meestal niet uitgenodigd of meegevraagd.'
'In een dorpje verderop zat een bar-dancing, Van Diepen heette die tent, waar ieder weekend flink gefeest werd. Er was vaak livemuziek, ik heb er ooit nog handtekeningen gekregen van Linda, Roos en Jessica, dan zat de tent stampvol. De jongeren uit de dorpen in de regio, zoals het mijne, stroomden op zaterdagavond massaal die kant op. Het was er druk, heet en na genoeg drank werd er in alle hoeken wild getongd. Meestal ging er wel een fikse groep mensen over zijn nek in de goorste pisbakken die je ooit zag. We gingen heen met maar twee doelen; dronken worden en meisjes versieren. Het eerste kon ik meteen al goed, het tweede duurde een tijdje.'
'Op een specifieke zaterdagavond, laten we het 10 juni 1997 noemen, was er weer zo'n avondje zuipen, schreeuwen, dansen en kansloos meisjes aanstaren aan me voorbij getrokken. Ik had me niet slecht vermaakt, kende veel mensen, had veel gedronken en had het grootste deel van de drie kilometer naar huis alleen afgelegd.'
'In de hoofdstraat van mijn eigen boerendorpje, tegenover de bibliotheek stond een auto op de weg. Ik fietste erlangs en zag hoe de man achter het stuur flinke klappen kreeg van een ander. De bestuurdersdeur stond open en de uitdelende partij ging flink los. Aan de andere kant van de auto stond een meisje in haar telefoon te schreeuwen dat er iemand moest helpen. Ik weet niet meer of ik twijfelde of andere gedachten had, maar ik parkeerde mijn fiets en liep eropaf.'
'Het slachtoffer was inmiddels uit de auto getrokken, lag op de grond en kreeg een flinke trap tegen zijn hoofd, toen ik wat riep over ophouden. De agressieveling draaide zich om en vroeg of ik soms ook aan paar trappen wilde. Ik bazelde wat over andere oplossingen, kalmeren, weglopen en meer van dat soort dingen en liep langzaam achteruit in de wetenschap dat ik het nieuwe doelwit was geworden. Het meisje was in de auto gaan zitten, het bloedende slachtoffer kroop verdoofd over straat.'
'Er vlogen wat kinderlijke karatebewegingen mijn kant op. Ik ontweek er twee en ontving daarna een schoen in mijn maag. In de tijd die uiterst voorzichtig voorbijkroop, gebeurde alles heel snel. Een groep toeschouwers vormde zich op veilige afstand. De bloedende bestuurder kroop in zijn auto en ging er met gierende banden vandoor. Ik kreeg nog een klap, maar ontweek een veelvoud. De politie arriveerde. Ik voelde mij gered.'
'Ik werd bevraagd, liet mijn gegevens optekenen, hoorde er nooit meer iets van en zag hoe de boze geweldpleger in een auto verdween. In de groep toeschouwers die langzaam oploste, zag ik een groot aantal jongens met wie ik de volgende ochtend weer op het voetbalveld zou staan. Een aantal van hen groette me in het voorbijgaan.'
Jeroen Kraakman @ 09 Jun 2023
|